Over de universiteit.


Ik werk hier op de universiteit als een promotiestudent. Ik heb dus enerzijds de status van een student, anderzijds krijg ik een loon en heb ik een arbeitscontract. Ik werk in de groep van professor Peter Michor, een rasechte oostenrijkse levensgenieter die vooral intuïtie een erg belangrijk ingredient vindt in de wiskunde. Ik zit nu op een kamer met een andere Oostenrijk. Hij werkt vooral in de tweede helft van de dag, wanneer ik al weer bijna naar huis ga, of hij werkt thuis. We zien elkaar dus niet vaak.

De sfeer op de universiteit is tamelijk gemoedig. Natuurlijk zijn we hier in een soorte van zuidelijk Duitsland en dus zijn vele dingen officieel geregeld en behoeven het nodige papierwerk, maar toch als je gewoon de mensen aanspreekt, blijkt dat er altijd een minder officiële weg is en dat al het officiële gedoe vooral een wassen neus is. De universiteit is net als elke andere universiteit een groot log apparaat en daarom moet ik soms wel eens geduld hebben om dingen voor elkaar te krijgen. Ook vind ik het een groot nadeel dat de bibliotheek niet vaak open is; drie dagen in de week sluiten ze de zaak al om twee uur, maar goed, ik heb een nu een pasje en kan dus naar binnen wanneer ik dat wil.

Het kontakt met de kollegas is redelijk goed. Met de kollegas die niet bij mij op de kamer zitten heb ik ook redelijk vaak kontakt door bijvoorbeeld samen te lunchen (schnitzel?). De kollegas zijn natuurlijk vooral de eersten die ik wat beter leer kennen en waar ik mijn sociale kontakten mee opbouw, Nadeel is dat tijdens het uitgaan nog wel eens wiskundige gesprekken gevoerd worden. Met kollega Osmar, van oorsprong Boliviaan, ga ik redelijk vaak op stap; onder andere om eens wat spaans te praten.

Home
Terug